Outer Hebrides & Scotland 2022

Uitgesteld sinds 2019, maar in 2022 toch op pad!

Vanaf de boot uit Newcastle op naar Byrness. Hier was ik al eens in 2016, toen ik de 430 km lange Pennineway liep. Eén van de mooiste trajecten van deze route hoorde ik destijds. Bijzonder om hier dit jaar weer terug te komen!

 

Zware stormen in het afgelopen jaar hebben tienduizenden bomen omgelegd. Nog steeds is men bezig om deze te ruimen. Bos en uitzicht ken ik niet meer terug, Eerst kon je verdwalen tussen bomen, maar nu zie je de weg van verre.

Schoten in de mist

In 2016 was het slecht weer op dit zware traject van de Pennineway. Dat was erg jammer, want het staat bekend als één van de mooiste etappes. Zonder mist is er een prachtig uitzicht vanaf de bergen naar Engels en Schots natuurland.  Een goede reden dus om terug te gaan en dit stuk nog eens over te doen. In 2016 was de route verborgen in dichte mist. De route loopt pal langs een militair schietterrein. Op het oefenterrein werd geschoten met kanonnen en geweren. Oriënteren viel niet mee. En ik voelde me toen niet op mijn gemak. Het was het ook de zwaarste etappe, nat, koud en"boggy", van de hele tocht. In de heuvels was niets te zien door de ondoordringbare mist. Ik zag er zelfs nu weer tegenop om deze etappe nogmaals te lopen. Gelukkig viel het deze keer reuze mee! Het was prachtig zacht voorjaarsweer. Het uitzicht was uitstekend nu. Ik ben blij dat ik na al die jaren dit stukje pad nogmaals gelopen heb. Zo kon ik mijn herinneringen bijstellen en heerlijk slapen. Zie foto's hieronder.

Zwemmen in het loch

De dag erop vertrok ik richting Aviemore om daar een flink stuk te lopen door de Cairngorms. Bij Rothiemurchus.net vond ik een prima camperplek aan Loch an Eilein. Echt een aanrader midden in de bossen, mooi wandelen en lekker zwemmen in het ijskoude Loch. Er is ook nog een leuk winkeltje wat zo af en toe open gaat als er wat wandelaars en fietsers op de been zijn.

 

Rakko heeft er genoeg van

Ik zag de koelvloeistof uit de motor lopen toen ik terugkwam van de wandeling. Jammer genoeg bleek dat mijn waterpomp ernstig lekte. Dus ik moest voor de Ford motor een andere pomp opscharrelen of reparatie regelen. Tja, dan is lid van de ANWB zijn toch erg makkelijk. Zij regelden alles en ik had een paar extra dagen in dit mooie natuurgebied.

 

Gastvrijheid is troef

Parkranger Chris van Rothiemurchus gaf gelijk aan, dat ik gratis mocht blijven staan, totdat Rakko gemaakt was. Hij en zijn collega's wilden me ook nog naar Aviemore brengen voor pub, restaurant en inkopen. Daarnaast waren er nog andere Schotten en vakantiegangers die boodschappen voor mij wilden halen. Ik was verbaasd over zoveel gastvrijheid. Gelukkig had ik ook nog mijn fiets. Aviemore was maar 20 minuten trappen van de camper, dus dat viel mee.  Jammer dat we even niet verder konden. Maar het weekend hier was bijzonder en helemaal in orde!

Opgeladen en afgevoerd

's Maandags was de nieuwe waterpomp binnen en werd ik naar de garage gebracht in Kincraig zo'n 10 miles rijden. http://rosssgarage.co.uk/

 

Bij "Ross' garage" aangekomen, kreeg ik een comfortabele stoel, koffie, thee en een goed boek. Ik hoefde zelf nu eens helemaal niets te doen. Perfect geholpen en aan het eind van de middag was Rakko weer gefixt en kon op pad richting Outer Hebrides

Het schip ingegaan

Via Ullapool wilde ik naar Stornoway met Calmac Calmac.co.uk ferries. Hier krijg ik weer zo'n goede service! Omdat Rakko even stilstond, waren mijn boottickets verlopen. Ik had de overtocht gemist, dus:  No show/ No money. Ik had geprobeerd ze op te bellen en te e-mailen maar dat lukte niet. Na de reparatie ben ik dus naar Ullapool gereden. Ik heb mij gemeld aan de balie van Calmac met mijn verhaal. Men had alle begrip voor de situatie. Ik kon een uur later mee met de ferry en de terugtocht werd ook gelijk omgeboekt zonder extra kosten, topservice dus. 

 

Van boord op Lewis

Vlakbij Stornoway overnachten op parking Bayble Pier, is gratis met mooi uitzicht op containers ;-).  O ja, natuurlijk vooral op zee en eilandjes en zeehonden  ook. Prachtige plek, lekker rustig ook, was er alleen met de wind. Fijn dat er zo'n plekken nog bestaan!

Strenge brief voor camperaars

Het voelde aanvankelijk wat ongemakkelijk om zomaar ergens te gaan staan en te overnachten op dit eiland. Als je de ferryboot opkomt krijg je direct een serieuze waarschuwingsfolder in de hand gedrukt. Hierin staat dwingend dat je eerst zou moeten checken of er wel plek is. Er staat ook dat je echt niet overal mag gaan staan met je camper. In de praktijk bleek dat echter geen probleem.

 

Vrij kamperen

De parkeerplaatsen zijn gewoon vrij, want het is namelijk buiten het hoogseizoen! In het vakantieseizoen  en zeker de laatste coronajaren, was hier vaak overlast.  Veel camperaars zetten dan bij gebrek aan een vrije parkeerplaats het ding zomaar overal maar weg. Het duurde even voordat ik begreep, dat je echt op veel plaatsen ongehinderd en zonder overlast kan staan. Ik heb daarom 3 dagen op een betaalde gemeenteplek gestaan, zo stil dat ik de douches en wc's voor mezelf had met af een toe een fietser of hiker die kwam schuilen.

Indrukken van Lewis en Harris

Winderig, nat en guur, leeg en rauw. Smalle uitgestrekte uitgestorven wegen. In zichzelf gekeerde stoere mensen, die behulpzaam en vriendelijk zijn. Er is hier niets te beleven, niemand op straat, leeg. Het leven is hard hier, dat straalt ook alle bebouwing uit. Door de kale vlaktes lijkt het kleine bos midden op het eiland nog zachter en groener!

Nergens naar toe

"A bridge to Nowhere" noemt men de brug in de volksmond, die vlakbij mijn parkeerplaats voor de nacht ligt. Ooit is de brug gebouwd als werkgelegenheidsproject met als doel ontginnen van de heuvels erachter, maar de weg over de brug stopt direct na de brug en gaat over in grintpad. Loop het grintpad een half uurtje af en je hebt prachtig uitzicht over zee. Je loopt dan door verder over moerassige heuvels en langs steile kliffen totdat er niets meer is. Hier en daar zie je nog een onbestemde ruïne en ook nog een kletterende waterval onderweg.

Turfsteken

Iedere bewoner van Lewis/ Harris heeft van oudsher recht op een stuk grond waar men turf kan steken. Zo kan men nog steeds in eigen brandstof te voorzien. Over het eiland verdeeld zie je dan ook overal van dit soort afgegraven stukken. Daarnaast leggen ze op hopen turf (peat) om te drogen. Graag wilde ik turf kopen om het thuis uit te proberen, maar dat is niet te koop, zelf steken voor eigen gebruik is het motto. Van een aardige bewoner, mocht ik zomaar een zak gedroogde turf meenemen om thuis eens te stoken. Hij vertelde me ook dat turfwinning op Lewis nog steeds plaatsvindt. Eigen turf is een voordelige manier van stoken. Andere brandstoffen moeten over zee worden aangevoerd en zijn dus duur.

Hierboven zie je turf drogen op de gestoken wal. Het water uit de natte turfvelden dat naar zee stroomt is gekleurd door de organisch resten. Op de foto rechts een zogenaamd Blackhouse. De naam Blackhouse komt omdat door het stoken van turf in de hut de muren zwart kleurden en de roet zelfs door de stenen naar buiten komt. Geen gezonde woonomgeving en een levensverwachting van amper 50 jaar was tot in de 20e eeuw niet ongebruikelijk in deze woningen. Op de foto's hieronder zie je onder andere het interieur van het Blackhouse met brandend turfvuurtje.

Boekentip

"The Blackhouse" van Peter May, een spannend verhaal dat zich afspeelt op Lewis, waarin ook de achtergrond van de eilandbewoners wordt belicht.  Aanrader als je het eiland wil bezoeken en de reisgidsen zat bent!